Door: Zadok Samson
Mijn ouders hebben een doos vol babyfoto’s waarop ik met grote ogen in de lens kijk. Leuk om te laten zien aan familie, wellicht wat vrienden, misschien wat kennissen. Maar verder heeft niemand iets met die foto’s te maken.
Met de komst van sociale media zijn de afstanden korter geworden. Dankzij chatfuncties lijkt het of je echt met iemand in gesprek bent, terwijl er honderden kilometers tussen kunnen zitten. En omdat het de normaalste zaak is van alles te delen en melden op platforms als Facebook, worden ook foto’s van diploma-uitreikingen, het tekenen van contracten en vakanties tentoongespreid. Met hetzelfde gemak worden ook honderden foto’s van baby’s geüpload.
Zo’n babyfoto is verschrikkelijk schattig, lief en aandoenlijk. Er worden volop hartjes in de commentaarvakken getikt, op de like-knop wordt massaal geklikt, wie weet wordt de foto zelfs nog gedeeld. Kan zo’n baby’tje nog even viraal gaan. Wordt erbij stilgestaan dat een dreumes van die leeftijd geen flauw benul heeft van het bestaan van Facebook? Op Facebook zitten niet alleen ooms, tantes, opa’s en oma’s. Die andere (honderden) vrienden krijgen die foto’s ook te zien. Vreemdelingen die God weet wat met die foto’s kunnen doen. Het is ongewild extra publiek voor het kindje, dat op zijn of haar beurt niet weet dat bijna de hele wereld meekijkt.
Ik heb zelf ook foto’s gedeeld van de middelbare school, van toen ik nog een jaar of vijftien was. Dat is achteraf. Nu weet ik wat ik wil delen en wat niet. Als mijn ouders mijn babyfoto’s op internet hadden geknald, zou ik mij later kapot schamen. Niemand hoeft te weten hoe ik er op mijn kleinst en kwetsbaarst uitzag. Zet de foto’s voor mijn part op de uitnodigingen om de pasgeboren baby te kunnen aanschouwen, maar laat ze verder in godsnaam in de doos liggen.